Meditatie 6 november

Met niets van niets zijt Gij begonnen
Het zal u niet verbazen dat ik als (amateur)organist u graag mee wil nemen in een liedtekst. Graag wil ik met u stilstaan bij een scheppingslied, gezang 602. Een tekst van Huub Oosterhuis en getoonzet door zijn zoon Tjeerd Oosterhuis, die eigenlijk meer thuis is in de popmuziek, maar met deze melodie aantoont ook een eigentijds ‘kerklied’ te kunnen maken.
Met niets van niets zijt Gij begonnen,
hebt sprakeloos het licht gezegd,
de tijd bepaald, het land gewonnen,
de zeeën op hun plaats gelegd.
De ban der duisternis gebroken
en het werd morgen, dag na dag,
een wereld in het licht gesproken,
een mensheid die beginnen mag.
Een liedtekst die mij persoonlijk aanspreekt, vooral dat laatste regeltje: Een mensheid die beginnen mag. Bij de grondlegging van deze wereld lag niet alles als vanzelfsprekend vast. De mensheid – geschapen naar Gods beeld, als rentmeester van Zijn werk – mag zelf verantwoordelijkheid dragen en zelf keuzes maken.
Onze wereld verandert, mag ook veranderen.
Wel moeten we in dat veranderingsproces voorkomen dat Gods woord slechts wettisch wordt gebruikt om daarmee mensen in het gareel te zetten en te houden. Als we niet oppassen sluipt daar zomaar het gevaar in dat we hiermee onze medemens de norm van de groep als groter geheel op proberen te leggen. Uit pastorale overweging wordt er dan weliswaar bij gezegd dat dit uit liefde gebeurt, maar daar mag je best wel eens vraagtekens bij plaatsen.
‘Hoezo, God van liefde?’ heb ik mij wel eens afgevraagd, als ik uit naam van diezelfde God werd afgewezen, omdat ik nu eenmaal ben zoals ik ben, zonder dat ik daar zelf iets aan kan veranderen.
Ieder mens draagt zelf verantwoordelijkheid, dat mag nooit worden opgelegd door anderen, wie dat ook zijn!
Deze wereld, onze maatschappij verandert, gaat verder in de tijd, maar daar hoeven we niet bang voor te zijn. De kunst is om naar eigen eer en geweten mee te groeien, zelf een oordeel te vormen, zelf je eigen opvattingen kritisch blijven bekijken en soms tot de ontdekking komen dat ze veranderen. Dat mag, omdat de wereld om je heen ook niet stilstaat.
Natuurlijk speelt in die zoektocht de Bijbel een belangrijke rol, ook al herkennen we ons niet altijd in de verhalen die zich afspelen in andere tijden en culturen, maar dat hoeft ook niet. Steeds mogen we ons afvragen wat met de tekst wordt bedoeld, wat de onderliggende gedachte is. Zelf nadenken, je geweten (God?) laten spreken, dat geweten dat in de grond van de zaak altijd zuiver is! De Bijbel is hierbij de rode draad, nooit een wetboek!
Dikke rapporten zijn en worden geschreven over de aard van het schriftgezag, maar ook hierin ontkomen we niet aan menselijke interpretaties. We moeten oppassen dat we elkaar daarmee niet om de oren slaan. God gaat zijn eigen ongekende gang, los van een door mensen bedacht schriftgezag!
Was het nota bene niet Gods zoon zélf die af durfde te wijken van de in die tijd heersende norm en geschreven wetten, door bijvoorbeeld zieken te genezen op de sabbat en openlijk op te komen voor hoeren en tollenaars!?
Onze wereld en alles wat daarmee samenhangt is uiteindelijk een groeiproces. De Bijbel geeft op deze stelling in mijn optiek niet een klip en klaar antwoord, maar we kunnen het waarnemen als we om ons heen kijken en onze huidige tijd vergelijken met vroegere tijden. Wat een verschil in opvattingen en zienswijzen zien we dan! Dat kan ook niet anders want tijden en culturen veranderen, mogen ook veranderen!
Gelukkig mogen we weten dat Gods woord altijd een woord van liefde is, nooit van veroordelen en nooit misbruikt mag worden om ons eigen gelijk te halen! God wil wonen ín mensen! Dat betekent dat God ons ook persoonlijk aanspreekt in het nu! Wij mogen zelf naar eer en geweten vorm geven aan ons leven. Er is vrijheid om je eigen geloofsbelijdenis te ontdekken en te formuleren, los van dogma’s en door mensen bedachte leerstellingen.
Met niets van niets zijt Gij begonnen.
Een wereld die beginnen mag.
Deze wereld als groeiproces van Gods schepping. Een boeiend gegeven waar eenieder van ons aan deel mag nemen, wie of wat je ook bent. Ieder met de eigen talenten en mogelijkheden.
Bert Koerselman.