Meditatie maandag 5 oktober

Wie een kuil graaft……
Daniel 6: 11
Er zijn woorden die doen leven
Paul Eluard
En dat zijn onschuldige woorden
Het woord warmte, het woord vertrouwen,
Liefde, rechtvaardigheid
En het woord vrijheid
Tussen de driehoek: koning, bestuurders en Daniel, gaat het niet goed. Daniel wordt gezien als het beste jongetje van de klas, een voorbeeld voor iedereen. Hij is het lievelingetje van de koning, die zint zelfs op promotie voor hem en dat roept jaloezie op bij zijn collega’s.
Jaloezie vraagt hier om vergelding. Zo van: wie denk je wel dat je bent, jij buitenlander uit Judea. Zijn wij dan minder dan jij, ga jij ons de les leren? De invloed van die buitenstaander wordt te groot, dat is gevaarlijk voor ons, onze positie als bestuurlijke elite komt in gevaar. Daniels tegenstanders zinnen op wraak en het valt nog niet mee om iets te vinden waarmee ze hem kunnen raken. Op zijn functioneren is niets aan te merken, betrouwbaarheid, plichtsgetrouwheid, onkreukbaarheid kenmerken zijn handelen. Dan wordt er, zoals wel vaker, naar zijn religie gekeken. En met wat kunst en vliegwerk wordt er een plan gesmeed, ze hebben zijn “zwakke plek” gevonden, zijn trouw aan de God van Israël, die alleen Koning is. Eigenlijk is het niet Daniels zwakke plek die hem in moeilijkheden brengt maar de zwakke plek van de koning.
Vanuit zijn raam, in contact met de wereld buiten en gericht op Jeruzalem op de bron van zijn bestaan, doet Daniel wat hij vindt dat hij moet doen. Daniel kiest niet vanuit angst, hij kiest voor betrouwbaarheid, voor standvastigheid. Hij durft het aan alleen te staan tegenover de rest. Hij blijft trouw aan zijn overtuiging in alle openheid. Hij weet wat hem boven het hoofd hangt bij zijn dagelijkse gebeden. Daniel verkoopt zijn ziel niet, zelfs niet voor de dreiging van een wrede dood.
Dan wacht hem de leeuwenkuil. De kuil wordt afgesloten met een steen en bedekt met een zegel (zoals bij het graf waarin Jezus begraven werd).
Wonderlijk genoeg die leeuwenkuilzien dat er woorden zijn die doen leven, woorden als “vertrouwen”, vertrouwen dat het op de een of andere manier goed komt, vertrouwen dat je er niet alleen voor staat, woorden als “liefde, rechtvaardigheid, vrijheid”, vrijheid om te bepalen wat jouw kernwaarden zijn in je leven, vrijheid om je niet te laten knechten door degenen die een valstrik voor je uitzetten. Woorden die sterker zijn dan de dood?
Zijn dat misschien ook de woorden die ons als wij ons in de leeuwenkuil van het leven bevinden, kunnen doen leven?
De bestuurders vallen letterlijk en figuurlijk in hun zelf gegraven kuilen. Kuilen niet alleen voor hen persoonlijk maar in hun val sleuren ze hen die hen lief zijn met zich mee.
Toke Hoekstra