Meditatie woensdag 12 augustus

De Stem die het verschil maakt…
Dit weekend kwam ik het opnieuw in een weekendbijlage tegen: een poging om de mens te omschrijven vanuit de evolutie en de biologie. We worden gekenmerkt door de basale drang tot het zoeken van voedsel, en door de drift tot voortplanting. Schaarste leidt tot agressie, en zwakte tot ziekte en uitsluiting, en tot behoefte aan bescherming. Tel daarbij op een onontkoombaar ingebakken collectief onbewust geheugen, dat ons programma’s voorschrijft hoe te denken en te handelen.
Dat is zo’n gesloten mensbeeld. Ik las het trouwens ook terug in het met de Libris prijs bekroonde boek ‘Uit het leven van een hond’. Het beschrijft een dag uit het leven van een man – maar de schrijver laat de levens van de man en zijn hond door elkaar lopen. De hond en de man zijn beiden biologische wezens. Net als de hond is ook de man gedetermineerd, hij volgt zijn impulsen, hij wordt in zekere zin geleefd. Ik moest onwillekeurig denken aan de gelukkig wat naar de achtergrond geraakte hersenwetenschappers, die ons wisten te vertellen dat niet wij zelf, maar onze hersenen ons leven leiden. Je bedenkt alleen maar de dingen die je hersenen al voor je hebben klaargezet.
Veel van wat op dit gebied wordt beweerd is herkenbaar, het boek dat ik hierboven noemde is echt leuk en legt dingen open. En toch verzet ik me tegen dat mensbeeld – dat ons terugbrengt tot onze verworteling in de natuur.
Als ik mij voorstel wie wij eigenlijk zijn dan denk ik aan de taal van de liefde, die ons is gegeven. Ons vermogen om een stille stem in ons hart te horen. De stem die die taal spreekt. En die ons aanspoort om, aan onze eerste impulsen voorbij, een grens over te gaan, en nu net datgene te denken of te doen dat ware ruimte schept, en dat de ander (en ook onszelf) aan het licht doet komen.
Het is de stem van God, die soms doorklinkt in wat je van iemand hoort – net dat wat je even nodig had om te horen – in wat je leest, in muziek, kunst, in buiten zijn, en die heel eenvoudig in je hart opkomt.
De stem van God, het Woord van de liefde, van de hoop.
Het gaat in het beeld dat wij van onszelf vormen niet alleen om wat wij zijn, maar ook en vooral om wat wij kúnnen en willen zijn.
Ale Pietersma