Vogel Gods in de Open Kring

Vogel Gods in de Open Kring

Vogel Gods 1

In de Open Kring hangt vanaf Pinksteren een vogel. Een verstorend kunstwerk, dat Anne Zweers heeft gemaakt, en al vanaf het begin van de veertigdagentijd op heel verschillende manieren in de kerkzaal is neergelegd. Steeds op een andere manier. Steeds verstorend. Vanaf Pinksteren vliegt het als een vogel. Boven de hoofden van de mensen.
De vogel die daar vliegt, is samengesteld uit dat wat het leven is: donkere vlekken, die ooit een weg, een kring, een kruis vormden in de kerk. Dat donkere leven is op de wieken genomen. De kleur van Geest, die herschept en de schepping verbindt met God, verwijst omhoog, legt een lijn van de aarde naar de hemel. Verbindt. Een vogel, die kan vliegen, ver kan vliegen op heel brede vleugels, die aarde en hemel kan omvatten. En vleugels die kunnen dragen. Een vogel, die weet waar te landen, namelijk op de goede aarde. En een vogel, die de goede aarde meeneemt naar omhoog.
De Geest van God, die is als een vogel.Of misschien is de vogel ook wel de grootste onder de vogels, de adelaar. Verwijzend naar God. God, die er voor mensen is – om ons op te vangen als het leven moeilijk is en vooral om ons het vliegen, het leven te leren.

Of zoals in een lied van Huub Oosterhuis geschreven staat:

Die mij droeg op adelaarsvleugels
Die mij hebt geworpen in de ruimte
En, als ik krijsend viel mij ondervangen
Met uw wieken en weer opgegooid.
Totdat ik vliegen kon op eigen kracht

Ds Margo Jonker

Vogel Gods 2 Vogel Gods 3